FAQ gewasbeschermingsmiddelen

GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN : FAQ

Wat is een gewasbeschermingsmiddel (FFP)?

Deze term verwijst specifiek naar het plantaardige gebruik van pesticiden (al dan niet in de landbouw, zoals in tuinen of gemeentelijke groenvoorzieningen). Er zijn hoofdzakelijk drie categorieën: herbiciden (om onkruid te bestrijden), fungiciden (om schimmels te bestrijden) en insecticiden (om insecten te bestrijden). Andere producten hebben een werking tegen knaagdieren (rodenticiden), slakken en naaktslakken (mollusciciden). Volgens de definitie van artikel L.253-1 van de landbouwwet omvatten zij ook producten die GGO's bevatten en die tot doel hebben ongewenste soorten te vernietigen.

Wat is een MA?

De vergunning voor het in de handel brengen (VHB) is de overeenkomst die aan een houder van de exploitatierechten van een industrieel vervaardigd gewasbeschermingsmiddel wordt verleend, zodat hij het in de handel kan brengen. Elk gewasbeschermingsmiddel moet worden gedistribueerd onder een MA-nummer, dat op het etiket van het product moet worden vermeld.

Alle in Frankrijk verleende MA's zijn vermeld op de website http://e-phy.agriculture.gouv.fr/

Wat is een SDS?

Het veiligheidsinformatieblad (VIB) is een formulier met informatie over het productis een vorm die gegevens over de eigenschappen van een chemische stof.

Deze fiches vormen een belangrijk element voor de gezondheid en de veiligheid van de gebruikers van de producten en van degenen die de resten, residuen of afvalstoffen behandelen die met deze producten zijn verontreinigd giftige producten en/of gevaarlijke producten maar ook voor de verzorgers, door het informeren van denoodpersoneel (inclusief gifcentra) over de risico's en hoe ze te verminderen.

Deze bladen worden veel gebruikt voor het catalogiseren van informatie over chemicaliën. Zij moeten beschikbaar zijn overal waar een stof wordt gebruikt. In Europazij moeten worden verdeeld door de fabrikant of distributeur van de product aan de klant en in de taal van de klant.

Wat zijn de risico's die aan het gebruik van PPP's zijn verbonden?

Op mensen:

Gewasbeschermingsmiddelen staan erom bekend wetenschappers sinds de 1960s voor hun schadelijke effecten op menselijke gezondheid. Hun blootstelling verhoogt het risico op neurodegeneratieve ziekten, d'hemopathieën en voortplantingsstoornissen en verschillende types van kankers (glioma's, sarcoma's, prostaatkankersetc.). Deze risico's worden vermeld in risicozinnen op de etiketten van de betrokken producten:

    • H301 Giftig bij inademing
    • H302 Schadelijk bij inslikken
    • EUH029 Contact met water maakt giftige gassen vrij
    • H314 Veroorzaakt ernstige brandwonden en oogletsel.
    • H315 Veroorzaakt huidirritatie.
    • H351 Kan kanker veroorzaken
    • H350 Kan kanker veroorzaken
    • H340 Kan genetische schade veroorzaken
    • H360 Kan de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden
    • H361 Verdacht van het schaden van de vruchtbaarheid of het ongeboren kind
    • H362 Kan schadelijk zijn voor baby's die borstvoeding krijgen.


Op het milieu:

De gevaren voor het milieu zijn divers en worden aangegeven met risicozinnen die op de desbetreffende productetiketten moeten worden vermeld:

    • H400 Zeer giftig voor in het water levende organismen
    • H411 Giftig voor in het water levende organismen, veroorzaakt op lange termijn schadelijke effecten.
    • H412 Schadelijk voor in het water levende organismen; veroorzaakt op lange termijn schadelijke effecten.
    • EUH401 Volg de gebruiksaanwijzing om risico's voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen.
    • EUH059 Schadelijk voor de ozonlaag

Om de risico's te beperken, is het raadzaam het gebruik van deze producten te beperken (er kunnen andere zogenaamde "organische" oplossingen bestaan, zie "Alternatieve bestrijding") en zich op passende wijze te beschermen (zie "PBM: Persoonlijke beschermingsmiddelen").

Zijn er meer of minder schadelijke PPP's?

GBP's worden ingedeeld naar gelang van hun gevaarlijkheid, en pictogrammen op de productetiketten geven aan welk soort gevaar met het gebruik ervan gepaard gaat (zie "Goede landbouwpraktijken").

Het EAJ-etiket (Authorised Garden Use) garandeert een minder gevaarlijk niveau.

Het UAB-label (Bruikbaar in de biologische landbouw) garandeert dat de in het product gebruikte werkzame stof geen onaanvaardbaar risico inhoudt voor de gezondheid van mens en dier, noch voor het milieu, wanneer het product wordt gebruikt in de normale omstandigheden die samenhangen met zijn vergunning voor het in de handel brengen (VHB).

Welke soorten GBP's kan ik in mijn tuin gebruiken?

Volgens het besluit van 6 oktober 2004 betreffende de voorwaarden voor de toelating en het gebruik van de vermelding "toegelaten gebruik in tuinen" voor fytofarmaceutische producten, gewijzigd bij het besluit van 26 juli 2005, zijn de specialiteiten die de vermelding "toegelaten gebruik in tuinen (EAJ)" dragen, de enige producten die aan niet-professionele personen (amateurtuiniers) mogen worden verkocht en door hen mogen worden gebruikt omdat zij minder gevaar opleveren.

Wat zijn maximumwaarden voor residuen (MRL's) en veiligheidstermijnen vóór de oogst (PHI's)?

MRL's zijn de voorgeschreven maximumconcentraties van werkzame stoffen die in levensmiddelen niet mogen worden overschreden. Zij worden vastgesteld tijdens het toxicologisch onderzoek dat wordt uitgevoerd om de MA te verkrijgen.

De naleving van de voorschriften voor het gebruik van een product die in de vergunning voor het in de handel brengen zijn vastgesteld, met name wat betreft het pre-oogstinterval (PHI), maakt het mogelijk de MRL voor dit product niet te overschrijden.

De PHI is de tijd die nodig is voor de afbraak van het gewasbeschermingsmiddel na de behandeling, en die vóór de oogst in acht moet worden genomen. Als er geen ARfD op het etiket staat, is de ARfD 3 dagen.

Respecteer de instructies op het etiket !

BEDRIJF DAT DOOR HET MINISTERIE VAN LANDBOUW IS ERKEND VOOR DE VERKOOP VAN FYTO-FARMACEUTISCHE PRODUCTEN AAN NIET-PROFESSIONELE GEBRUIKERS

Erkenningsnummer : IF01878

Meer informatie